12 september 2024
Vandaag (donderdag 12 september) vergadert de Tweede Kamer in een commissiedebat over de toekomst van de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV) en de Bed, Bad, Brood-opvang (BBB). Vluchteling Onder Dak heeft samen met 15 andere organisaties een brief verstuurd aan Kamerleden om hen te overtuigen van het belang en behoud van deze opvang en begeleiding. De volledige brief is hieronder gepubliceerd:
Geachte Kamerleden,
Op 12 september is voor het eerst sinds lange tijd weer een Commissiedebat over Asiel en Migratie. Eén van de onderwerpen die op de lange agenda staat, is de toekomst van de LVV en BBB. Als NGO’s die deze LVV en BBB uitvoeren, willen we met deze brief nogmaals het belang benadrukken van behoud van opvang en begeleiding voor mensen zonder verblijfsvergunning.
De LVV is ontstaan uit de BBB-voorzieningen, die in 2014 in veel steden waren opgericht na de gewonnen zaak van de Europese Protestantse Kerk over het recht op voedsel-kleding-onderdak, ook voor mensen zonder verblijfsvergunning. Deze uitspraak1 geldt nog steeds, evenals de uitspraak van het EHRM die in 2016 oordeelde dat ‘NL door het inrichten van lokale opvangorganisaties op de goede weg is’2. Als Nederland zich niet meer houdt aan zijn verplichtingen, zullen advocaten opnieuw gaan procederen over deze opvangrechten. Het beëindigen van de LVV en BBB voorzieningen zal op de lange termijn daarom geen standhouden.
Maar het zijn niet alleen juridische argumenten waarom we ervoor pleiten dat de LVV- en BBB opvang blijft bestaan:
1. Voorkomen van dakloosheid en de bijbehorende gevoelens van onveiligheid in de stad
De afgelopen jaren zijn duizenden mensen opgevangen in de LVV en BBB-voorzieningen. Het aanbod van onderdak voorkwam dat mensen op straat moesten slapen, of bij kennissen om slaapplekken moesten bedelen met alle risico’s van uitbuiting en misbruik van dien. Door het opvangaanbod zijn mensen bovendien in beeld en kunnen indien nodig medisch begeleid worden.
Door het aanbod van opvang is de stad ook een veiligere plek voor de bewoners. De situatie in België, waar asielzoekers overal in de steden rondhangen, zoeken naar plekken waar ze naar de WC kunnen of hun telefoon kunnen opladen of kunnen schuilen voor de regen of de kou, en her en der tentjes neerzetten, draagt niet bij aan het gevoel van veiligheid in de stad.3
2. Ondersteunen van verblijfsprocedures
Dankzij de deskundigheid van professionals in de begeleidende organisaties hebben mensen in de LVV en BBB zich goed kunnen informeren over mogelijkheden om alsnog een verblijfsvergunning te krijgen. Uiteindelijk heeft dat voor veel mensen alsnog geleid tot erkenning van bijvoorbeeld hun recht op bescherming of van het feit dat zij om medische redenen niet terug kunnen. Zonder die begeleiding waren velen van hen onterecht naar onveilige situaties teruggestuurd. T/m 2023 is ongeveer 30% van de LVV-cliënten uitgestroomd door statusverlening, en 20% zit in een kansrijk proces daarvoor.
3. Ondersteunen van terugkeer
De LVV heeft bovendien voor meer dan 200 mensen vrijwillige terugkeer gefaciliteerd. Mensen kiezen daar pas voor als ze zeker weten dat legalisering in Nederland geen optie meer is, en het vertrouwen hebben dat ze een toekomst in het land van herkomst kunnen bouwen. Juist vanuit een veilige opvang kunnen mensen stappen zetten richting duurzame terugkeer. Mensen die dakloos zijn, zijn niet in staat dergelijke beslissingen te nemen en zich daarop voor te bereiden.
Het alternatief: gedwongen uitzetting na vreemdelingendetentie kost per persoon per dag € 250,- – drie keer zo duur als de LVV – en voor een aantal landen van herkomst lukt gedwongen terugkeer nauwelijks of traag. Daardoor zit het Detentiecentrum Rotterdam vol met mensen die maandenlang wachten op hun uitzetting. Vrijwillig vertrek vanuit vertrouwen is goedkoper, humaner en duurzamer, en verdient ons inziens daarom verreweg de voorkeur boven gedwongen uitzetting.
Om bovenstaande redenen pleiten wij ervoor in de grote steden een vorm van opvang voor ongedocumenteerden in stand te houden. Daarmee voorkomen we overlast en kunnen we samen met hen werken aan een legale toekomst, hier of in het land van herkomst.
Met vriendelijke groet,
Vluchtelingenwerk Nederland
ASKV – Amsterdam
SNDVU – Utrecht
Huize Agnes – Utrecht
STIL- Utrecht
Stichting GAST – Nijmegen
SNOV – Nijmegen
Stichting ROS – Rotterdam
Pauluskerk – Rotterdam
Stichting Op t Stee – Emmen
De Bakkerij – Leiden
Vluchteling Onder Dak – Wageningen
VidK – Eindhoven
INLIA – Groningen
NOF – Friesland
Stichting LOS – Rotterdam
Bronvermelding:
2 https://hudoc.echr.coe.int/eng?i=001-165569
‘the Netherlands have most recently set up a special scheme providing basic needs for irregular migrants living in their territory in an irregular manner (see paragraph 5 above). It is true that that scheme was only operational as from 17 December 2014, one year after the applicant had taken shelter in the Refuge Garage. However, it is inevitable that the design and practical implementation of such a scheme by local authorities of different municipalities take time. Moreover, the scheme was brought about as a result of a series of elements at the domestic level, including the applicant’s pursuit of domestic remedies in connection with his Article 3 claim. In these circumstances it cannot be said that the Netherlands authorities have fallen short of their obligations under Article 3 by having remained inactive or indifferent.’