Een kleine groep asielzoekers die mogelijk toch onder het kinderpardon valt, wordt voorlopig niet uitgezet. Staatssecretaris Teeven wil de uitkomst van het hoger beroep over de kinderpardonregeling inzake twee Kazachse kinderen afwachten.
De rechtbank in Den Haag bepaalde gisteren dat de overheid ten onrechte een verblijfsvergunning heeft geweigerd aan twee kinderen uit Kazachstan en hun moeder. Teeven gaat in hoger beroep. Het kan vijf maanden duren voordat er een uitspraak is.
In die periode worden gevallen die veel overeenkomsten vertonen met de Kazachse kinderen niet uitgezet, zei Teeven in de Tweede Kamer. Hij wil zo snel mogelijk duidelijkheid over de manier waarop de pardonregeling in de praktijk moet worden uitgelegd.
Onderscheid
Teeven wilde inhoudelijk niet op deze zaak ingaan omdat die nog onder de rechter is. In het vonnis maakt de rechtbank onderscheid “tussen het bewust of niet bewust onttrekken aan het Rijkstoezicht. Dat kan belangrijk zijn”, zei Teeven. Hij wees erop dat in een ander vonnis dat onderscheid niet was gemaakt.
Verzet
Overigens betekent de rechterlijke uitspraak niet dat het gezin nu in Nederland mag blijven. Daarover moet Teeven een nieuwe beslissing nemen. In Nederland is veel verzet tegen de strikte regels van het kinderpardon. Door die strikte regels vallen tientallen kinderen buiten de boot.